Artikel in het Nieuwsblad van 25-01-1946 |
Document nr.
537,
Archiefdozen 228, Soma Brussel |
Onze gedeporteerde
kajotters |
Na de bevrijding begonnen de weggevoerde arbeiders stilaan naar huis te
komen. Ook enkele leiders van de K.A.J. kwamen terug. De mannen hadden
veel beleefd en het was dan ook geen wonder, dat zij op bijna alle
vergaderingen optraden om over hun jarenlang ongevraagd en onplezierig
verblijf in Duitsland te vertellen. Wij waren dikwijls in de gelegenheid
dergelijke avonden bij te wonen. Dat
het spannend was, hoeft niet gezegd. Dikwijls echter stonden wij
verwonderd over de prachtige actie die de Kajotters in Duitsland, ondanks
de Gestapo en vele moeilijkheden allerhande, aan de dag legden.
Thans geven de «Kajottersuitgaven » Poincarélaan, te Brussel, een keurige brochure uit, waarin de grootscheepse geheime organisatie van de K.A.J. in Duitsland, tijdens den oorlog, toegelicht wordt. Trouw blijven Op 6 October 1942 vaardigde de bezetter de verordening uit inzake de verplichte tewerkstelling van onze arbeiders in den vreemde. Daar er de eerste maanden na dit besluit niet veel van in huis kwam, werd in 1943 « de zaak » hardhandig aangepakt, volgens Duitse methodes. Onze arbeiders konden niet altijd de verordening ontduiken en velen werden dan ook weggevoerd.
Van in het begin heeft de K.A.J. die nieuwe nood aangevoeld. De beweging heeft zich dan ook dadelijk schrap gezet. Vele Kajotters werden weggevoerd. Zij kregen hun richtlijnen mede. Dadelijk na hun aankomst begonnen de jongens hun werking, stil, zonder veel misbaar. Iedere jongen afzonderlijk trachtte zijn makkers te beïnvloeden, overhandigde hem boeken, bezorgde hun paketten, door de K.A.J. afgestuurd, organiseerde ontspanninggavonden. Het godsdienstig leven kreeg in Duitsland een erge deuk. Ook daar gingen de Kajotters tegen in. Maar ten slotte is één man alleen niets. Men ging al dadelijk inzien dat de persoonlijke actie niet zo vruchtbaar kan zijn. Stilaan kwamen de Kajotters uit de vele lagers bij elkaar. Zij belegden vergaderingen voor hen alléén. Zij stichtten voetbalclubs, vreselijk tegengewerkt door de De Vlag. Op een keer vergaderde men te Fulda in een stadspark. Een der mannen werd er aangehouden Maar men deed voort. De rommelzolder De Duitsers beseften
dat hun « thuisfront » hun soldaten de nodige steun moest geven, opdat
zij het aan het front zouden kunnen volhouden. Maar de jongens in Duitsland hadden het hard te verduren. De afzonderlijke pogingen van mondige kajotters - hoe verdienstelijk ook - konden niet volstaan. Daarom moest er één sterke organisatie gesmeed worden. Die organisatie moest van uit België geleid worden. Die taak nam dhr Robert Hertogen op zich. Hij installeerde zijn « hoofdkwartier » in een bureel in de Paleizenstraat te Brussel. Op een grote kaart van Duitsland waren de clandestiene afdelingen aangeduid. Dhr. Hertogen, door de Kajotters « de kluizenaar » genoemd, omdat hij gedurende die periode bijna nooit het daglicht zag, had voor die aanduidingen speciale zeer raadselachtige tekens. Vanuit dat kleine bureeltje kwam de clandestiene K.A.J. tot stand, 's Avonds werd alle documentatie op een rommelzolder weggeborgen.Verscheidene keren kwam de Feldgendarmerie op bezoek. Maar de rommelzolder loste zijn geheim niet. ('t Vervolgt.) |